Dit waren onze oriëntatievragen over hoe de denkprocessen van de kinderen zullen verlopen?
1) Ze berekenen in kleine stappen of grote stappen?
2) Ze willen een rekenmachine gebruiken.
3) Wat doen ze met het rest getal?
4) Hoe denken ze over het afronden?
Onze antwoorden:
som 1
Allard: Ik had vier leerlingen in een groepje. Iedere leerling heeft het apart uitgerekend. 3 Leerlingen deden het in kleine stapjes en één leerling deed het grote stapjes. Ze deden eerst 10x7, daarna zijn ze de tafel van 7 in hun hoofd langsgegaan. Ze kwamen bij de som 4x7 uit. Daarna hielden ze nog 2 euro over. Toen werd het moeilijk. Toen moest ik de leerlingen gaan sturen.Elise: Ik had vier leerlingen in mijn groepje. Ze hebben de som gezamenlijk uitgerekend. Eerst hebben ze een stapje van 10 gemaakt. Daarna hebben ze 2x7 gedaan. Dit hebben ze nogmaals herhaald, omdat dit er nog net inpaste.Toen hielden ze nog 2 euro over. Ik heb toen een paar aanwijzingen gegeven, zodat ze de som zelf konden oplossen.
som 2
Allard: Ze hoefden geen rekenmachine te gebruiken. Ze kenden de tafel van 7 al heel goed uit hun hoofd. Ze hoefden het niet eens meer op te schrijven.Elise: Ik had geen rekenmachine bij. De leerlingen hebben alles aan de rechterkant even kort opgeschreven Ze stond er 1x7 is, 2x7, 4x7 etc. nu konden de leeringen makkelijker de som 100:7 maken.
som 3
Allard: Eerst wisten ze het niet. Daarna wilden ze naar de stad om er iets van te kopen. Dit moest dan wel verdeelbaar door 7 zijn.Elise: Ze dachten dat 2 euro niet deelbaar door 7 was. Toen vroeg ik hoeveel je had als ieder 5 cent kreeg. Een leerling antwoordde daarop 35 cent. Toen beseften ze dat het wel kon. bij één leerling ging toen echt een lichtje branden en hij schreef zijn gedachten meteen op. Alleen de som 22,5+22,5 was niet echt duidelijk. Toen ik vroeg waarom hij deze som deed, was zijn antwoord heel vaag. Ze hebben nog even gediscussieerd, maar zijn er niet uitgekomen. Toen werd het 14 rest 2.
som 4
Allard: Eén leerling ging heel ver door achter de komma, terwijl andere leerlingen stopten bij 14,2. De leerling die heel ver achter de komma ging, had uiteindelijk vier getallen achter de komma. Ze wisten al hoe het afronden moest, dus dat was geen probleem.Elise: Bij mij hebben ze niet achter de komma gerekend. Ze zijn niet verder gegaan dan 14 rest 2.
De bijlage komt later.